Chat on WhatsApp

Blog 8:
Werkwijze

Management, oog voor welzijn en manier van trainen/omgang zijn de factoren om het beste uit een paard te halen. Omdat het in de praktijk heel nauw luistert en er veel bij komt kijken om een tevreden en betrouwbaar (rij) paard te krijgen zet ik hier alles op een rijtje. Het is vaak vanwege de locatie lastig om alles perfect te krijgen, maar ik zie vooral veel gebrek aan kennis waardoor er veel (ongezien) klein of groot leed is voor paarden, en daardoor ook voor eigenaren. Mijn werkwijze is vervlochten met deze factoren en kaart ze daarom stuk voor stuk aan. Het trainen zelf is maar een klein onderdeel en succes hangt mede af van de andere factoren. Daarom zal ik bij het lesgeven/ trainen altijd naar de andere factoren kijken/ dingen vragen/ tips geven.

Huisvesting: huisvesting is de plek waar je paard staat. Hij moet hier voldoende beweging kunnen krijgen (minimaal vier uur vrije beweging per dag), in een veilige omgeving. De bodembedekking moet passen bij het paard en schoon en droog zijn. Meer dan voldoende daglicht en frisse lucht (niet in de mestlucht staan) en ventilatie, maar niet op de tocht. Als een paard op stal staat, moet deze groot genoeg zijn om te kunnen liggen, andere paarden kunnen zien. Het paard moet goed kunnen rusten, dus de plek waar hij staat en hoeveel rust er om heen is moet aangepast worden naar wat het paard nodig heeft. Alles in het management heeft invloed. Hoe vaak, hoe lang en wanneer gaan ze naar buiten, hoe groot is de plek waar ze staan, wat voor uitzicht hebben ze, is er voldoende afleiding, kunnen ze paarden zien of samen/naast elkaar staan, hoe vaak krijgen ze ruwvoer en zijn de voerbeurten, hoe worden ze buiten gezet en naar binnen gehaald, hoe is de sfeer op stal, zijn er veel omgevingsgeluiden, hoe zijn de faciliteiten (veilig en voor het paard fijn?), hoe is de bodem van de rijbaan, kan je het hele jaar door fijn en veilig trainen, mag je een hooinet ophangen, mag je zelf je krachtvoer bepalen, etc. Ik zie vaak uitdagend gedrag die is ontstaan door de huisvesting, soms is dit prima op te lossen en kan het paard het leren of zijn er kleine aanpassingen nodig, soms is verhuizen echt de enige optie.

Sociaal contact is essentieel, een paard is een kuddedier en zal altijd op die manier denken en behoeftes hebben. Elkaar aanraken en zien zijn heel belangrijk. Een paard in de opfok groeit bij voorkeur in een gemengde kudde op en een paard staat nooit alleen. Het is het allerfijnste als een paard in een gemengde, stabiele sociale omgeving leeft. Een paard leeft het liefste in groepsverband, maar dat kan ook heel vermoeiend zijn. Dus het is belangrijk dat een individueel paard zijn eigen voer goed kan eten, voldoende kan drinken wanneer hij dat wil en geen stress heeft in de sociale situatie. Belangrijk is ook dat een paard leert om even alleen te zijn en uit een kudde gehaald kan worden. Een paddock paradise is niet alleen maar ideaal, maar veel op stal staan ook niet. Het is zaak goed te kijken naar wat het beste bij het paard past. Verlatingsangst, geen focus tijdens het werk, steeds naar bepaalde plekken in de bak toe trekken, op buitenrit snel weer naar huis willen, onrustig staan op de trailer of poetsplaats, zich lostrekken, een paard is altijd met de 'kudde' of zijn beste maatje bezig. Uitdagend gedrag heeft daar vaak mee te maken.

Voeding is altijd afgestemd op het paard en de basis is voldoende ruwvoer van goede kwaliteit, met nooit meer dan 6 uur tussen voerbeurten in (als het gaat om hooi voeren). Een paard is een browser, geen grazer. Browsen moet naar behoefte kunnen i.c.m. weidegang (struiken, bast van takken, etc kunnen eten). Drinkwater moet van goede kwaliteit zijn en onbeperkt ter beschikking zijn. Door een ruwvoeranalyse te doen, weet je wat je nog kunt aanvullen op het gebied van vitaminen en mineralen. Een liksteen moet ook altijd aanwezig zijn. Verder kijk je naar je paard: een merrie die zoogt, een jong paard, een paard in de sport, een ouder paard, ze hebben allemaal andere voedingsbehoeftes. Bepaalde rassen zoals koudbloeden, IJslanders en Spaanse paarden hebben vaak moeite om voeding op maat te krijgen in ons land i.v.m het type gras en voeding dat beschikbaar is, het zijn zeer sobere rassen en sommige zijn erg gevoelig voor zomereczeem. De meeste klachten die ik echter zie zijn maag/maagzweer gerelateerd. Dit werkt overal op door: als een paard last heeft van zijn maag en buik, zal het altijd gaan compenseren en veel stress hebben.

Hoef-been balans moet op orde zijn. De hoeven zijn de basis van je paard, je kan hier aan aflezen hoe het met de stofwisseling gaat, wat het paard eet, hoe het fysiek in elkaar zit, hoe hij beweegt. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om kennis te hebben van het hoefmechanisme. Als dit in samenwerking met de hoef-beenbalans niet goed functioneert, ontstaan er problemen. Er moet afwisseling zijn in de bodem waar het paard op loopt, hoeven moeten niet te nat of droog kunnen worden en enigszins natuurlijk kunnen slijten, het paard moet continu kunnen bewegen. Het is aan ons om die natuurlijke slijtage bij te houden, zelf doe ik dit met een eigen paard wekelijks. Gezonde hoeven kan je prima zelf bijhouden. Een goede bekapper is daarnaast essentieel, blijf net zo lang zoeken tot je een goede hebt. Onder een foto van mijn vorige Andalusier: links hoe hij binnenkwam en rechts een aantal maanden later nadat de hoefsmid een goede kapbeurt had gegeven en de ijzers eraf had gehaald en ik hem wekelijks zelf heb bijgehouden. Je snapt als dit niet op orde is dat op de lange termijn peesblessures kunnen ontstaan en veel andere ellende, door de enorme druk die erop staat.

De gezondheid is iets wat wij als eigenaar goed in de gaten moeten houden en we de verantwoordelijkheid over hebben. Het is soms heel lastig, omdat een paard gemaakt is om 30-40 km per dag af te leggen en daarbij continu kan grazen/browsen (17 uur per etmaal), zeer sociaal is en soms een stressor heeft, maar die doorgaans niet continu doorloopt zoals in onze drukke menselijke omgeving. Een basis is in ieder geval dat een jong paard 2x per jaar wordt gecontroleerd door een tandarts, volwassene paarden 1x per jaar. Hoeven worden regelmatig bijgehouden en verzorgd. Alle paarden zijn van nature scheef, en zeker als we ze als rijpaard willen gebruiken is (preventief) blijven behandelen (door een osteopaat/fysiotherapeut/myofasciaal therapeut/chiropractor/etc.) essentieel in combinatie met trainen.

Passend harnachement is heel belangrijk, anders ontstaan er fysieke en mentale problemen. Bij een jong paard moet een zadel elke drie maanden worden nagekeken en daarna ook nog minstens 1x per jaar. Het hoofdstel en bit moeten passend zijn naar nivo en lichaam van paard. De ruiter heeft vervolgens een enorme invloed op het gebruik ervan: een paard is scheef en een ruiter ook, dit heeft effect op het gebruik en vormen/slijten van het harnachement. Een ruiter moet een onafhankelijke zit hebben en het paard helpen waar nodig en niet het harnachement als teveel steun nodig hebben. Jezelf recht en in balans kunnen zetten is dus een voorwaarde omdat dit doorwerkt naar harnachement en paard. Zelf gebruik ik alles zo minimaal mogelijk, een neusriem heb ik nog nooit als toegevoegde waarde gezien bijvoorbeeld, en ik gebruik geen hulpteugels.

Stress nivo paard: hier hebben we als eigenaar/trainer onvermijdelijk mee te maken omdat we een dier in een menselijke omgeving houden. Het is belangrijk om het stressnivo laag te kunnen houden en een paard te trainen binnen zijn mogelijkheden. Een beetje stress is niet erg, maar continu stress is schadelijk. Stresshantering voor je paard is dus een voorwaarde om een braaf rijpaard te kunnen zijn, maar ook om een tevreden paard in een menselijke omgeving te zijn. Kennis van het zenuwstelsel (parasympatisch en sympatisch), paardensignalen herkennen en je eigen emoties en ademhaling kunnen controleren om een paard goed te kunnen helpen zijn belangrijk.

Training: Het gaat hierbij om de kwaliteit en niet de kwantiteit. Je traint je paard al vanaf het moment dat hij je ziet. Kennis van lichaamstaal, leertheorien en hoe je een paard kan begeleiden zijn belangrijk. Je eigen ruiterfitheid speelt ook een rol. Trainen gaat over fysiek trainen (je paard in balans zetten, het voorbereiden op waarvoor je hem wilt gebruiken, hem sterk en fit maken) en mentaal trainen. Je wilt een reactief paard die in ontspanning en balans aangespannen kan lopen. Die goed kan schakelen in tempo, snel kan reageren op je hulpen, op een ontspannen en vloeiende manier. Dit alles op een manier dat het veilig is voor mens en paard en gebaseerd op vertrouwen en niet op dominantie van één kant.

Beweging: elk paard heeft minimaal vier uur vrije beweging per dag nodig, als dat niet lukt gaat dat ten koste van het welzijn en de prestaties. Een paard is gemaakt om vrijwel continu te bewegen, rust vaak staand en ligt/slaapt 1-1,5 uur per etmaal. Ze hebben geen dag-nachtritme zoals wij en hebben geen drie maaltijden per dag maar eten 17 uur per etmaal in kleine hapjes/stapjes. De vrije beweging en/of kunnen browsen geldt dus als noodzakelijke beweging om spieren, pezen en gewrichten te blijven gebruiken op een lichte manier (passive physio), en om mentaal niet verveeld te raken, om het gebit, de spijsvertering en hoefmechanisme goed te laten werken.

Onze energie en invloed zijn enorm, paarden zijn heel gevoelig en lezen energie en intentie. Het paard is niet 'van jou', hij is niet je slaaf en is er niet om jou op te vrolijken. Kijk naar de behoeftes van je paard en pas je aan indien nodig. Ik zie paarden met 'learned helplessness', met 'stalondeugden', maar ook paarden die veel te weinig uitdaging en beweging/training krijgen, puur omdat de combinatie van de locatie en de eisen die aan het paard gesteld worden, of bijvoorbeeld de kunde van de eigenaar niet in balans zijn.

neem contact op